Werkloosheidsuitkering
Omschrijving
Een werkloosheidsuitkering kan te veel uitbetaald zijn, per vergissing of door valse verklaringen. Ze kan dan teruggevorderd worden.
Verjaringstermijn
Geen bedrog
3 jaar
Bedrog:
5 jaar
Vergissing uitbetalingsinstelling
geen terugvordering
Startpunt
- Het eerste kwartaal na de uitbetaling
- Bij bedrog gaat de termijn in op de dag waarop de RVA de fraude te weten komt
Wet
Art. 149 en 169 KB werkloosheidsreglementering
Goed om te weten
- Bij een vergissing van de uitbetalingsinstelling is er in principe geen terugbetaling mogelijk.
Uitzonderlijk kan dat wel : als de herziening gebeurt binnen de drie maanden na de vergissing, of als de werkloze wist of moest weten dat hij geen recht had op het gehele bedrag van de uitkering. Dat stemt overeen met een principe uit het Handvest van de Sociaal Verzekerde dat bepaalt dat, na vergissing van de uitbetalingsinstelling, sociale uitkeringen enkel teruggevorderd mogen worden als de burger had moeten weten dat hij iets te veel of onterecht ontving. - Als er geen sprake is van bedrog en je kan bewijzen dat je de uitkering te goeder trouw ontvangen hebt, dan wordt de terugbetaling beperkt tot de laatste 150 dagen.
- De RVA beschikt over een termijn van 10 jaar, vanaf de administratieve beslissing tot terugvordering, om het bedrag effectief terug te vorderen.
- Het beheerscomité van de RVA kan afzien van de terugvordering van alle of van een gedeelte van de terug te betalen sommen.